Bovenste verdieping, zaal 40.

Zo verliefd zijn dat het voelt alsof alles als één organisme via de zintuigen wordt ingenomen. Samen als één eten, naar muziek luisteren, dansen, de wereld aanschouwen en aangeraakt zijn. Maakt het dan wat uit waar we ons bevinden?

Ja.

Eens was ik in Parijs met mijn verse geliefde om het leven te vieren. In Musée d’Orsay ging hij zitten … wachten op mij. Kunst bleek hem toch niet erg te boeien en dus werden ‘onze’ ogen weer zijn ogen en mijn ogen weer van mij. Ik heb zo’n beetje alles gezien wat er te zien was in Musée d’Orsay, terwijl hij onbewogen, geduldig en enigszins stoïcijns, bleef zitten wachten.

Helemaal bovenin, in zaal 40, ontmoette ik Odilon Redon en mijn liefde verschoof. Door Redons ogen zag ik de schoonheid van de zee, we deelden onze fascinaties en we begrepen zonder er woorden voor nodig te hebben dat Venus wel uit een schelp geboren moest zijn en we lachten hier samen om … we vergaten de tijd.

Ik wil alleen nog zeggen dat de liefde voor Redon bestendiger bleek dan die andere. GG